In het EJP SOIL project PRAC2LIV is gekeken welke tools nodig zijn voor de ondersteuning van Living Labs op het gebied van bodemgezondheid. Daarbij werd gebruik gemaakt van een nieuwe ontwerpmethode die op creatieve manier de wensen en visie van betrokken partijen verzamelt en verwerkt in een overkoepelend toekomstbeeld.
Bodemgezondheid is een prioriteit in Europa. In zogenoemde ‘Living Labs’ (1) kunnen regionale groepen van belanghebbenden samenwerken om bodemgezondheid aan te pakken. Digitale tools kunnen daarbij ondersteunen. Het EJP SOIL project PRAC2LIV maakte een overzicht van agrarische adviestools die gericht zijn op deelaspecten van bodemgezondheid, namelijk organische stof, de nutriënten efficiëntie en/of het vochtvasthoudend vermogen van de grond. In een vervolgstap werd aangesloten bij de Europese Green Deal. Daarin is het doel vastgelegd om uiterlijk in 2030 een honderdtal actieve Living Labs voor bodemgezondheid te hebben. Vanuit die doelstelling werd de vraag geformuleerd welke tools daarbij ondersteunend kunnen zijn om stappen te zetten op het gebied van bodemgezondheid. Deze vraag werd aangepakt met behulp van een participatieve ontwerpmethode.
De methode ‘Participatief Ontwerpen’
Kenmerkende onderdelen van de participatieve ontwerpmethode zijn:
- Visueel weergeven van kernpunten uit een eerste groepsdiscussie.
- Het presenteren van deze tekening aan volgende groepsdiscussies om feedback te ontvangen en daarna de vervolgdiscussie op dezelfde wijze vast te leggen.
- Het gebruiken van de uiteindelijke visualisatie als inspiratie voor concrete planvorming.
De cyclus kan meermaals worden herhaald waarbij voortschrijdende inzichten dienen als input en inspiratie voor nieuwe discussies. Het eindpunt wordt bereikt wanneer de belangrijkste groepen belanghebbenden vertegenwoordigd zijn en er weinig nieuwe discussiepunten meer worden aangereikt.
Eindresultaat
In de visualisatie van PRAC2LIV (zie figuur) komen in de bovenste helft van de tekening de vier hoofdonderwerpen (samenwerking, technologie, financiering, app) aan de orde, tegen de groene achtergrond van de Green Deal. De onderste helft van de tekening trekt de lijn door naar ecosysteemdiensten en bodemfuncties, tegen een achtergrond van verschillende bruine bodemlagen. Inzichten uit het ontwerpproces zijn verwerkt door belangrijke eigenschappen van tools, zoals het kostenaspect, met grote letters weer te geven.
De participatieve ontwerpmethode vereenvoudigde de discussie over thema-relevante onderwerpen en versterkte de betrokkenheid van de deelnemers bij de resultaten. Het leidde ook tot de vaststelling van aanvullende wensen en ideeën, bijvoorbeeld het meenemen van een “digitale tweeling” (2) in een tool.
- Een living lab is een experimentele omgeving waarin mensen, bedrijven en onderwijs samenwerken om bijvoorbeeld nieuwe ideeën, producten of diensten te ontwikkelen en te testen in de ‘echte wereld’
- Een digitale tweeling is een digitaal model van een fysiek product, systeem of proces dat dient voor doeleinden als simulatie, integratie, testen, monitoring en onderhoud.
Marjoleine Hanegraaf, Danielle Ooms en Amanda Matson
Voor meer informatie: Marjoleine Hanegraaf