Meer dan tien jaar onderzoek naar gereduceerde grondbewerking op zand laat zien dat niet-kerende grondbewerking (NKG) een vergelijkbare bouwplanopbrengst oplevert als ploegen. Daarnaast vermindert NKG de nitraatuitspoeling en heeft het een beperkt positief effect op de bodemstructuur en waterhuishouding.
Toch blijft het telen van fijnzadige gewassen een uitdaging binnen een volledig NKG-systeem. De toepasbaarheid hangt af van het bouwplan en vraagt om aanpassingen in machines en onkruidbeheer. Ervaring opdoen met deze werkwijze is cruciaal voor een succesvolle implementatie.
Opbrengsten en gewasprestaties
Op zandgrond zijn zowel de bouwplanopbrengst als de opbrengststabiliteit bij NKG vergelijkbaar met standaard grondbewerking. In gangbare bouwplannen presteren conservenerwten, consumptieaardappelen en zomergerst vaak beter onder NKG, terwijl B-peen en prei lagere opbrengsten laten zien. In biologische teelten profiteren consumptieaardappelen en zomergerst van NKG, maar lijken conservenerwten en snijmaïs een lagere opbrengst te geven.
Over het algemeen blijft de productkwaliteit gelijk. Alleen bij peen kan de lengte van het product afnemen door een grovere bodemstructuur of een beperktere losdiepte van de grond.
Financiële impact en nitraatuitspoeling
Het financiële bedrijfsresultaat van NKG is vergelijkbaar met ploegen of spitten. Hogere kosten voor onkruidbeheer en eventuele lagere opbrengsten worden grotendeels gecompenseerd door lagere brandstofkosten.
Een groot voordeel van NKG is de verminderde nitraatuitspoeling: gemiddeld 12 mg NO₃ per liter minder dan bij ploegen.
Onkruiddruk als aandachtspunt
Een belangrijk nadeel van NKG is de verhoogde onkruiddruk. Bij ploegen worden onkruidzaden diep begraven, waardoor ze minder snel kiemen. In biologische teelten leidde dit tot een stijging van het aantal handwieduren met 20%. In gangbare teelten bleek extra inzet van herbiciden meestal niet nodig, hoewel bestrijding van meerjarige grassen in het najaar soms gewenst is.
Auteur: Martine Trip