Stro verhakselen blijft een goede maatregel om de bodemkwaliteit te verbeteren. Op de lange termijn levert het altijd meer stikstof op dan het kost. Maar hoe houd je daarbij rekening met de stikstofbehoefte in je bemestingsplan?
Als stro verhakseld wordt, is er stikstof nodig om het verteringsproces te starten. De vuistregel is 7 kg N per ton stro. Op langere termijn komt deze stikstof, samen met de stikstof in het stro zelf, weer beschikbaar. De hoeveelheid is echter zo laag dat je er in het bemestingsplan geen rekening mee kan houden. Stro verhakselen doe je dus vooral om organische stof op te bouwen en daarmee de bodemkwaliteit te verbeteren.
Opbrengst in organische stof en nutriënten
Het verhakselen van stro is een effectieve maatregel om de organische stofvoorziening van de bodem te verbeteren. Dit kan wel tot 1000 kg effectieve organische stof (EOS) per hectare opleveren. Daarnaast behoud je de nutriënten in het stro voor het volggewas. Bij een gemiddelde opbrengst van 5 ton per hectare komt dit neer op 18 kg stikstof, 6 kg fosfaat en 75 kg kalium. De waarde daarvan in kunstmestvorm is ruim 100 euro. Belangrijk is wel dat het stro goed wordt afgebroken en omgezet in humus.
Let op stikstofimmobilisatie
Stro heeft een hoge C/N verhouding van ongeveer 75, terwijl bodemorganismen voeding nodig hebben met een verhouding van ongeveer 30. Omdat er in stro relatief weinig stikstof zit, hebben micro-organismen extra stikstof uit de bodem nodig om het stro af te breken. Dit leidt tot tijdelijke stikstofimmobilisatie: de beschikbare stikstof wordt vastgelegd in het bodemleven en is tijdelijk niet beschikbaar voor planten. Pas op langere termijn – soms pas na drie jaar – komt deze stikstof weer vrij, samen met de stikstof uit het stro zelf.
Voorkom groeischade door slechte vertering
Een goede vertering van het stro is belangrijk. Slecht afgebroken stro kan tijdens het volgende groeiseizoen stikstof onttrekken aan de bodem, waardoor het hoofdgewas tekortkomt. Ook kan het zorgen voor een niet doorwortelbare laag waardoor water en nutriënten niet optimaal opgenomen kunnen worden.
Graan laat zelf weinig stikstof na in de bodem. Voor een goede vertering van het stro is daarom extra stikstof nodig. De vuistregel is 7 kg stikstof per ton stro, bovenop de bemesting voor een eventueel ingezaaide groenbemester. Is de bemestingsruimte al grotendeels benut, dan kan een vlinderbloemige in de groenbemester helpen om het stikstofniveau aan te vullen. Hoewel deze niet alle stikstof levert die nodig is, wordt het tekort wel kleiner.
Op de lange termijn levert het verhakselen van stro altijd meer stikstof op dan dat het kost (zie figuur hieronder). In combinatie met het behoud van kalium en de opbouw van organische stof blijft het een waardevolle maatregel voor de bodem.
Links
Artikel: Zeven vragen over: Strobemesten
Auteur: David de Wit