Een combinatie van organische mest en kunstmest levert betere resultaten op dan het gebruik van alleen kunstmest. Dat blijkt uit tien jaar onderzoek van WUR Open Teelten.
Tien jaar lang is op zandgrond in Vredepeel onderzoek gedaan naar twee bemestingsstrategieën: uitsluitend kunstmest, en een combinatie van kunstmest en dierlijke mest. Door een deel van de kunstmest te vervangen door organische bemesting ontstaan hogere en stabielere opbrengsten en wordt bespaard op kunstmestkosten. Door goede vruchtwisseling en het gebruik van groenbemesters blijft de stikstofefficiëntie hoog en worden verliezen beperkt. De nitraatuitspoeling is vergelijkbaar met alleen kunstmest.
Meer opbrengst en minder kunstmest nodig
De resultaten zijn duidelijk: bemesting met organische mest leidt tot aanzienlijk hogere opbrengsten en een stabielere oogst. Ook is minder kunstmest nodig, wat de bemestingskosten verlaagt. Daarnaast zijn positieve effecten te verwachten op de bodemstructuur, het vasthouden van vocht en het bodemleven. Het is daarom belangrijk om voldoende organische stof aan te voeren. Zorg voor een positieve of neutrale organische-stofbalans en kies voor variatie en geschikte kwaliteit van het organisch materiaal, passend bij het bouwplan.
Slim omgaan met stikstof
Organische mest kan risico’s met zich meebrengen, omdat de nutriënten langzaam vrijkomen en dit lastig te voorspellen is. De proef toont echter aan dat dit geen probleem hoeft te zijn. De nutriëntenefficiëntie en nitraatuitspoeling bleken bij beide bemestingsstrategieën vrijwel gelijk.
Om stikstof uit organische mest goed te benutten, is het belangrijk om een goede vruchtwisseling toe te passen die aansluit bij de gewasbehoefte. Gebruik in de winter groenbemesters om stikstofverliezen te voorkomen.
Praktische tips voor voldoende organische stofaanvoer
- Maak een organische-stofbalans. Reken uit hoeveel organisch materiaal er in en uit je perceel gaat. Dit kan per jaar of over een hele vruchtwisseling. Kijk op: os-balans.nl
- Voeg organisch materiaal toe. Denk aan het aanvoeren van dierlijke mest of compost, het inwerken van gewasresten (zoals stro), of het telen van groenbemesters met veel biomassa. Vooral interne bronnen zoals stro en groenbemesters zijn handig, omdat ze weinig of geen extra stikstof- of fosfaatruimte kosten.
- Zorg voor variatie. Gebruik verschillende soorten organisch materiaal om de bodem gevarieerd te voeden.
- Let op de kwaliteit. Kies organische materialen/meststoffen die goed passen bij het volgende gewas. Let op hoe grof het materiaal is en hoe snel de nutriënten vrijkomen.
Links
Meer weten over de bevindingen? Lees dan de factsheet hieronder.
Een overzicht van de effecten van verschillende maatregelen op zand- en dalgrond, met links naar andere maatregel factsheets, vind je hier.
Auteur: Isabella Selin-Norén