Grondbewerking

Home » PPS Beter Bodembeheer » Grondbewerking

Dit onderzoek draagt bij aan het verkrijgen van meer inzicht in het perspectief en de prestaties van gereduceerde grondbewerking. Ook wordt er gekeken naar de effectiviteit van ondiep bovenover ploegen op de bodemkwaliteit en bodemdiensten.

Inleiding

Het thema grondbewerking richt zich op het weerbaarder maken van de bodem door een verhoging van de (bodem)biodiversiteit, organisch stofgehalte en verbetering van bodemfysische en –chemische eigenschappen in Nederlandse akkerbouw/vollegrondsgroententeelt. Dit kan bereikt worden door de bodem minder intensief te bewerken en de bodem zolang mogelijk bedekt te houden met groenbemesters of gewasresten. Een minder intensieve grondbewerking zorgt voor een lagere afbraaksnelheid van organische stof en behoud een door bodemleven en beworteling opgebouwde bodemstructuur (poriën, aggregaten). Dit heeft een positief effect op de waterhuishouding wat een dergelijk systeem minder kwetsbaar maakt voor extreem natte of droge omstandigheden. Ook een toename van de draagkracht zal de kwetsbaarheid van de bodem voor verdichting verkleinen. De eerste tekenen wijzen erop dat een dergelijk systeem minder uitspoelingsgevoelig is, dit zal verder onderzocht moeten worden. Dit thema richt zich op verbetering van de bodem in de bouwvoor (0-30 cm). De verwachting is dat dit een effect heeft op de structuur in de ondergrond, er wordt dan ook nauw samengewerkt met het thema ondergrondverdichting.

Biodiversiteit kan niet alleen door een minder intensieve grondbewerking gestimuleerd worden maar ook door een zolang mogelijke grondbedekking. Dit zal een positief effect hebben op bodemleven maar ook op leven in de strooisellaag en overige fauna. Groenbemestermanagement (vorstgevoeligheid, bewerkingsmethode en –tijdstip) hangt hier nauw mee samen en kennisuitwisseling met andere thema’s, zorgt voor een integrale aanpak. Uitgangspunt van een bodemconserverende grondbewerking is een niet kerende grondbewerking. Echter, in het Nederlandse akkerbouwbouwplan loopt men met name in de fijnzadige gewassen (uien, peen) tegen problemen aan met gewasresten in de toplaag. Grasland of grasklaver, welke met name in biologische gewasrotaties voorkomen zijn over het algemeen lastig onder te werken. Optimalisering van bodemconserverende grondbewerking wordt onder meer gezocht in het toepassen van ondiep kerende grondbewerking enerzijds als alternatief voor standaard ploegen en anderzijds een combinatie van ondiep kerende grondbewerking met niet kerende grondbewerking.

Werkwijze

De opgedane kennis wordt uitgewisseld met kennisinstellingen en met de Nederlandse akkerbouwpraktijk. Artikelen, open dagen, excursies en lezingen voor zowel kennisinstellingen, onderwijs en praktijk zorgen ervoor dat het systeem praktijkrijp gemaakt en verder geïmplementeerd kan worden.

Projecten

  1. ‘Gereduceerde grondbewerking op zavel, zandgrond en dalgrond’: in dit project worden de lange termijn proeven waar grondbewerking als maatregel wordt toegepast gemonitord en verbeterd. Dit zijn BASIS (Lelystad Bodemkwaliteit klei/zavel, Bodemkwaliteit Zand (Vredepeel) en Bodemkwaliteit Veenkoloniën (Valthermond)
  2. ‘Ondiep kerende grondbewerking’: in dit project wordt ondiep kerende grondbewerking in het systeemproject op klei/zavel grond ingepast en gemonitord (BASIS Lelystad). Daarnaast wordt meegewerkt aan het testen van ondiep kerende grondbewerking als erosiebeperkende maatregel op lossgronden.

De resultaten van het onderzoek vindt u terug in de nieuwsberichten en publicaties.

Publicaties

Kijk voor een volledig overzicht van publicaties op Publicaties - Grondbewerking.

Contact

Derk van Balen