Dit onderzoek draagt bij aan het verkrijgen van meer inzicht in de invloed van gewasgroei op de bodem. Er wordt o.a. gekeken naar de bodemstructuur, het vrijmaken van nutriënten en de ontwikkeling van bodempathogenen.
Inleiding
Dit thema richt zich op de effecten van soort- en raskeuze (genotype) op bodemkwaliteit. De hypothese is dat niet alleen de bodemkwaliteit het gewas beïnvloedt, maar ook dat het gewas vice versa een belangrijk effect heeft op de bodemkwaliteit. Hierbij is inbegrepen de hypothese dat voor specifieke bodemmanagementsystemen ook een specifiek genotype nodig is. Bijvoorbeeld voor ‘conservation agriculture’ (o.a. niet-kerende grondbewerking) zijn andere rastypen nodig dan voor ploegsystemen.
Onderwerpen die in dit werkpakket opgepakt zullen worden zijn: groenbemesterkeuze (al dan niet in een mengsel) in relatie tot bodemkwaliteit en bodemgezondheid, geschiktheid van rassen voor specifieke bodemmanagementsystemen, de mate waarin specifieke soorten en genotypen in staat zijn om actief nutriënten vrij te maken uit de minder beschikbare bodemreserves en de mate waarop de ras en soortkeuze invloed heeft op organische stof aanvoer en structuur. Belangrijk element binnen dit thema is de bestudering van bovengrondse en ondergrondse massa en het type doorworteling.
Werkwijze
Binnen dit thema wordt gedurende de periode 2017-2020 gewerkt aan verschillende activiteiten. Deze zijn onderverdeeld in een viertal projecten. De projecten integreren bestaande kennis en maken gebruik van lopende lange termijn experimenten waaronder de lange termijn proeven. We werken o.a. aan de beantwoording van de volgende kennisvragen:
- Op welke wijze kunnen door soortkeuze/rotatie, nutriënten (P en K) beter vrijgemaakt worden uit de moeilijk opneembare bodemreserves?
- Op welke wijze kan door, soorts- of raskeuze de droogte tolerantie, stikstofefficiëntie en C-opslag van productiesystemen verbeterd worden?
- Kunnen agressief doorwortelende gewassen een bijdrage leveren aan het verminderen van ondergrondverdichting?
- Wat is het effect van gewaskeuze in de rotatie op de lange termijn bodemkwaliteit en bedrijfsrendement (voorbeelden tagetes in plaats van gerst een veenkoloniaal bouwplan of grasklaver i.pv. graan in een akkerbouwrotatie)?
- Wat zijn de meest geschikte soorten groenbemesters en genotypen voor toepassing in systemen met niet-kerende grondbewerking?
Projecten
- Groenbemesters en hun potentie voor verbetering van bodemkwaliteit en nutriëntenefficiëntie
- Effecten van bouwplansamenstelling en rotatie op bodemkwaliteit
- Passende genotypen en zaden voor bodemconserverende grondbewerking
- Bodemkwaliteit, Fosfaatopname en Gewas: op een biologisch bedrijf wordt de potentie onderzocht van leguminosen om bij lage bodem P beschikbaarheid de moeilijk opneembare P-reserves actief vrij te maken zodat de P in de rotatie beter beschikbaar is.
De resultaten van het onderzoek vindt u terug in de nieuwsberichten en publicaties.
Publicaties
Kijk voor een volledig overzicht van publicaties op Publicaties - Bodem-plant interacties.