De langjarige (bedrijfssysteem) experimenten op diverse proefbedrijven van Wageningen University & Research dragen bij aan het in kaart brengen van de effecten van systemen op bodem, productie en andere ecosysteemdiensten.
Het gaat om de volgende lange termijn proeven: Bodemkwaliteit op zand (Vredepeel), Bodemkwaliteit Veenkoloniën (Valthermond), BASIS (Lelystad) en Bodemgezondheid (Vredepeel).
Veranderingen in de bodem gaan traag en zijn complex. In vier lange termijn systeemproeven wordt het effect van maatregelen op de bodemkwaliteit, opbrengst en andere ecosysteemdiensten gevolgd. De vier proeven zijn:
- Bodemkwaliteit op zand (Vredepeel)
- Bodemkwaliteit Veenkoloniën (Valthermond)
- BASIS (Lelystad)
- Bodemgezondheid (Vredepeel)
Bodemkwaliteit op zand
Het systeemonderzoek in Bodemkwaliteit op zand heeft tot doel om zicht te krijgen op effecten van organisch stofbeheer en grondbewerking op opbrengsten, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit. Daarnaast heeft het project tot doel praktische maatregelen voor boeren te ontwikkelen voor een beter bodembeheer.
Al sinds 1989 vindt er systeemonderzoek plaats op PPO-locatie Vredepeel met grond die typerend is voor de grond in die regio: droogtegevoelige, zwaklemige zandgrond, gedraineerd met een beperkte bewortelingsdiepte tot maximaal 50 cm. Er is een scherpe overgang van de zwarte bouwvoor naar het onderliggende gele zand.
Sinds 2001 liggen er drie bedrijfssystemen naast elkaar, die van elkaar verschillen in de aanvoer van organische stof. In elk bedrijfssysteem ligt nu de zesjarige rotatie aardappel – erwt gevolgd door grasklaver – prei – zomergerst – peen – mais:
- STANDAARD: In dit systeem wordt ongeveer evenveel organische stof aangevoerd met drijfmest en kunstmest als in een gangbare bedrijfsvoering.
- LAAG: In dit systeem wordt geen organische stof aangevoerd met mest. Wel wordt kunstmest, mineralenconcentraten en spuiwater gebruikt. Ook dit systeem heeft een gangbare bedrijfsvoering
- BIOLOGISCH: In dit systeem is de bedrijfsvoering biologisch. De organische stofaanvoer is hoog, via vaste rundermest en runderdrijfmest.
In 2011 is het onderzoek verder uitgebreid: Op twee percelen per systeem liggen compostplots in vier herhalingen, waar jaarlijks 10 tot 20 ton/ha compost wordt uitgereden. Daarnaast is in alle systemen een vergelijking toegevoegd tussen niet-kerende grondbewerking (NKG) en ploegen. Dit laat zien welke mogelijkheden er zijn om de grond minder intensief te bewerken.
Om een goede vergelijking tussen de bedrijfssystemen te maken wordt er veel gemeten en geregistreerd. Voorbeelden hiervan zijn: alle teelthandelingen, de opbrengsten van alle gewassen, de bodemvruchtbaarheid, hoeveelheid plantparasitaire aaltjes, de N-min voorraad in de bodem in maart en november en aan het eind van elke teelt en de nitraatconcentratie in het grondwater in de winter.
Bodemkwaliteit Veenkoloniën
Het systeemonderzoek Bodemkwaliteit Veenkoloniën heeft tot doel het ontwikkelen van praktisch toepasbare maatregelen die bijdragen aan een duurzaam bodembeheer in de Veenkoloniën waarbij de (financiële) opbrengsten van telers in deze regio verbeteren en wordt bijgedragen aan het vervullen van andere maatschappelijke (ecosysteem) diensten van de bodem (klimaatadaptatie/mitigatie).
De proef is gestart in 2013 op dalgrond met een organisch stofgehalte variërend van 6 tot 20%. De volgende maatregelen worden getest en vergeleken met een referentie in een typische Veenkoloniale vierjarige vruchtwisseling met aardappel (twee keer), suikerbiet en zomergerst:
- Niet-kerende grondbewerking in vergelijk met spitten
- Vervanging van zomergerst door tagetes groenbemester in de rotatie
- Aanvoer van extra compost
- Toepassing van Albrecht-methode: aanpassing Ca-Mg verhouding
- Toepassing van steenmeel voor toename bindingscapaciteit en levering micronutriënten
- Combinatie van alle maatregelen
Om een goede vergelijking tussen de maatregelen te maken wordt er veel gemeten en geregistreerd. Voorbeelden hiervan zijn: alle teelthandelingen, de opbrengsten van alle gewassen, de bodemvruchtbaarheid, hoeveelheid plantparasitaire aaltjes en de N-min voorraad in de bodem in maart en november en aan het eind van elke teelt. In verband met kosten wordt een deel van de metingen op één perceel uitgevoerd en vooral in de referentie en in de combinatie van alle maatregelen.
BASIS
Het project BASIS richt zich op het ontwikkelen van praktisch toepasbare maatregelen voor duurzaam bodembeheer op klei/zavel. Het streven is om te komen tot een duurzaam landbouwsysteem met voldoende economisch perspectief. Binnen deze in 2009 gestarte systeemproef ligt de nadruk op grondbewerking. In een biologisch en gangbare rotatie worden verschillende grondbewerkingen toegepast en daarnaast ligt er een vergelijk in met verschillen in organische stofaanvoer. Dit binnen een systeem van vaste rijpaden (Eng. Controlled Traffic Farming). De grondsoort bestaat uit gemiddeld 61% zand, 22% silt en 17% klei (gemiddeld 23% slib). De pH is 7.3 en het gehalte aan organische stof is 3.5 % gemiddeld in de laag 0-30 cm.
In de proef liggen de volgende vergelijkingen:
- 25 cm ploegen in vergelijking met niet kerende (gereduceerde) grondbewerking, jaarlijks ondiep ploegen en ondiep ploegen gecombineerd met niet kerende grondbewerking.
- Verschillen in organische stofaanvoer middels onderwerktijdstip groenbemester en extra aanvoer met compost of maaimeststof.
Vanwege kosten en capaciteit wordt er niet jaarlijks alles gemeten. Van de grondbewerkingsobjecten worden opbrengst en kwaliteit wel jaarlijks gemeten, maar bodemkwaliteit (organische stof, bulk density, mineraleninhoud) worden één keer in de vier jaar gemeten. Stikstof in voor- en najaar wordt wel jaarlijks gemeten in verschillende bodemlagen. Incidenteel wordt er gemeten aan biodiversiteit (schimmels, bacteriën, regenwormen, aaltjes) vaak op een selectie van de in totaal 5 percelen die in deze proef liggen.
Bodemgezondheidsproef (BGZ)
In 2006 is het project “Ontwikkelen maatregelen en meettechnieken ten bate van bodemgezondheid” gestart met de aanleg van een langjarige veldproef (de Bodemgezondheidproef, BGZ) op proefboerderij Vredepeel. Doelstelling van het project is om bij te dragen aan het ontwikkelen van praktisch toepasbare maatregelen om de bodemkwaliteit (bodemgezondheid, bodemweerbaarheid) duurzaam te verbeteren, in biologische en geïntegreerde teeltsystemen op zand. Ook is een doelstelling om bij te dragen aan de ontwikkeling van methoden (parameters/indicatoren) om de bodemkwaliteit te meten zodat daar ook adviezen op kunnen worden gebaseerd.
Op een perceel, typerend voor lichte (zand)gronden en besmet met verschillende bodempathogenen, zoals plantparasitaire aaltjes en schadelijke bodemschimmels, zijn twee biologische systemen (organische bemesting, zonder chemische gewasbescherming) en twee geïntegreerde systemen (met inzet van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen) aangelegd. Binnen de teeltsystemen zijn/worden verschillende teelt- en bodemmaatregelen uitgevoerd en wordt gekeken of het mogelijk is om met deze maatregelen de bodemgezondheid en bodemweerbaarheid duurzaam te verbeteren.
De maatregel zijn gericht op:
- Bodembiologie en bodemweerbaarheid; welke maatregelen zijn effectief om de bodembiologie en bodemweerbaarheid duurzaam te verhogen? De bodembiologie is een bepalende factor in het functioneren van de bodem en gewasproductie.
- Bestrijding van schadelijke bodempathogenen; welke (niet chemische) maateregelen zijn effectief en duurzaam om schadelijke bodemorganismen te bestrijden en wat is de impact van deze maatregelen op de bodemweerbaarheid en bodembiologie?
- Organisch stofbeheer; wat is het effect van organische stof toepassingen (samenstelling en hoeveelheid) op bodemweerbaarheid en bodembiologie (en andere bodemdiensten)?
In elk bedrijfssysteem ligt nu de zesjarige rotatie aardappel – erwt gevolgd door grasklaver – prei – zomergerst – peen – maïs. Om de effecten van de systemen en maateregelen te volgen worden er (jaarlijks) vanuit het project en diverse andere bodem-projecten metingen aan de bodem en de gewassen verricht zoals; de opbrengst en kwaliteit van de gewassen, het aantal plantparasitaire aaltjes en de hoeveelheid schadelijke bodemschimmels, de bodemvruchtbaarheid en de hoeveelheid schimmels, bacteriën en (milieu)aaltjes in de bodem.
Publicaties
Kijk voor een volledig overzicht van publicaties op Publicaties - Lange termijn proeven.